Na een overlijden krijgt de partner niet altijd (voldoende) nabestaandenpensioen. Veel hangt af van de pensioenregeling. Hoe is dat bij u geregeld? [Lees meer…]strong>
Nabestaanden worden ‘volledig vergeten’, aldus CDA-parlementariër Pieter Omtzigt deze zomer in een interview in onder meer De Telegraaf. Hij pleit voor een meer uniforme regeling. Niet alleen het CDA en andere politieke partijen, maar ook Netspar maakt zich zorgen. ‘Diffuus en onduidelijk’, schreef de pensioendenktank van de Universiteit van Tilburg eind vorig jaar in een studie over het nabestaandenpensioen.
Dat er veel onduidelijkheid is, dat staat wel vast. Het nabestaandenpensioen dat u als weduwe en weduwnaar krijgt, varieert namelijk sterk per pensioenregeling. Het ene pensioenfonds betaalt aan nabestaanden de fiscaal maximaal toegestane uitkering, terwijl de andere pensioenuitvoerder weinig of soms zelfs helemaal niets uitkeert aan de nabestaanden. En niet alleen verschillen de criteria sterk per pensioenregeling, het pensioenreglement verandert op dit punt ook nog eens regelmatig.
Zo schrapte het ABP begin dit jaar de Anw-compensatie (zie kader). Dat is een extra aanvulling op het nabestaandenpensioen die kan oplopen tot meer dan € 10.000 per jaar. In ruil daarvoor kregen nabestaanden wel iets terug: het reguliere nabestaandenpensioen wordt bij het ABP hoger dan voorheen. Bovendien vervalt het in bepaalde situaties niet langer. Tot voor kort was er niet altijd een uitkering voor nabestaanden van voormalige ABP’ers die uit dienst waren gegaan, al dan niet gedwongen.
Partner en kinderen
Wat is nabestaandenpensioen? Nabestaandenpensioen is de uitkering die u als nabestaande van een overleden (ex-)werknemer krijgt. Was u partner, dan krijgt u partnerpensioen. Kinderen hebben vaak recht op een wezenpensioen.
Net als het gewone pensioen – officieel ouderdomspensioen genoemd – spelen ook bij het partnerpensioen fiscale regels een grote rol. Zo is het partnerpensioen wettelijk gemaximeerd op 70% van het gewone pensioen. Het wezenpensioen bedraagt maximaal 14% van het ouderdomspensioen en het dubbele als beide ouders zijn overleden.
Het partnerpensioen is meestal levenslang. Vaak bestaat de uitkering uit twee delen: een tijdelijk partnerpensioen dat loopt tot uw AOW-leeftijd en een levenslang partnerpensioen. Voorbeeld: U krijgt na het overlijden tot uw AOW-leeftijd een uitkering van € 20.000 per jaar. Daarna wordt de levenslange uitkering verlaagd naar € 15.000 per jaar.
Voor kinderen van wie de ouder overlijdt, loopt de uitkering tot een bepaalde leeftijd, bijvoorbeeld 21 jaar. Kinderen die een studie of beroepsopleiding volgen, krijgen soms tot de afronding van hun opleiding een uitkering. Daarbij is de leeftijd wel gemaximeerd op bijvoorbeeld 23 of 27 jaar. De uitkeringen worden altijd belast bij de kinderen, ook als zij nog minderjarig zijn en de uitkering wordt overgemaakt naar de ouder of voogd. In de praktijk wordt het wezenpensioen vaak niet belast, omdat ook minderjarige kinderen recht hebben op de algemene heffingskorting en het wezenpensioen doorgaans hun enige bron van inkomsten is. Het is dan wel zaak om elk jaar aangifte te doen. U kunt de pensioenuitvoerder bovendien vragen om rekening te houden met de heffingskorting.
Pensioenoverzicht
Hoeveel partnerpensioen u krijgt als uw partner overlijdt, staat op het UPO, het Uniform Pensioenoverzicht. Dit UPO wordt elk jaar toegestuurd zolang u pensioen opbouwt. Bent u niet langer in dienst, dan krijgt u elke vijf jaar een UPO toegezonden.
U kunt ook kijken op www.mijnpensioenoverzicht.nl (inloggen met DigiD). De informatie op deze website is meestal redelijk actueel, maar voor zowel het UPO als voor www.mijnpensioenoverzicht.nl geldt dat de informatie achterhaald kan zijn als u niet langer in dienst bent. Soms namelijk hebben uw nabestaanden dan niet langer recht op een uitkering. Als u kunt inloggen op de website van uw pensioenuitvoerder krijgt u doorgaans wel een actueel overzicht van het (partner)pensioen te zien. Gelukkig zijn er steeds meer pensioenuitvoerders met een website waar u online kunt inzien wat op dit moment uw eigen pensioen is en waarop uw nabestaanden recht hebben als u overlijdt.
Aanmelden
Niet elke partner heeft recht op partnerpensioen. Alleen partners die zijn aangemeld bij de pensioenuitvoerder komen in aanmerking voor partnerpensioen. Gehuwden en geregistreerd partners zijn automatisch aangemeld. Zij hoeven zelf geen actie te ondernemen. Samenwoners moeten zich wel zelf aanmelden. Pensioenfondsen en -verzekeraars en andere pensioenuitvoerders hebben daar regels voor, die lang niet altijd gelijk zijn. Meestal is een vereiste dat beide partners op hetzelfde adres staan ingeschreven en dat er een notarieel samenlevingscontract is. Dat betekent dat er meestal geen recht is op partnerpensioen als u geen samenlevingscontract heeft, ook niet als u al jaren samenwoont en samen kinderen heeft. Denk eraan dat als u bent aangemeld als partner voor de pensioenregeling, dat u dan automatisch fiscaal partners bent
Als u gaat samenwonen of trouwen na uw pensionering is er in principe geen partnerpensioen voor uw nieuwe partner.
Kader
Let op
Woont u samen maar ben u niet getrouwd? Vraag dan naar de voorwaarden om partner voor de pensioenregeling te worden en meld u aan. Doet u dat niet, dan krijgt u geen nabestaandenpensioen.
Twee soorten partnerpensioen
Een belangrijk aandachtspunt is welk type partnerpensioen er voor u of uw partner is. Er zijn namelijk twee soorten partnerpensioen: een opgebouwd en een verzekerd partnerpensioen. Ook komen mengvormen voor.
Verzekerd. Een verzekerd partnerpensioen vervalt in principe zodra u uit dienst gaat. Vergelijk het met een overlijdensrisicoverzekering: die loopt door tot u stopt met het betalen van premie. Op deze regel zijn een paar uitzonderingen. Als u bent ontslagen, blijft het verzekerde partnerpensioen in stand zolang u een ww-uitkering krijgt. Houdt deze uitkering op, dan is er niet langer een partnerpensioen als u overlijdt.
Als u ziek wordt en na twee jaar ziektewet wordt ontslagen, blijft u in de meeste pensioenregelingen wel verzekerd voor het partnerpensioen.
Opgebouwd. Het woord zegt het al: voor een opgebouwd partnerpensioen wordt geld gereserveerd. Het pensioenkapitaal blijft in stand, ook als u niet langer pensioen opbouwt. Als u uit dienst bent en overlijdt, wordt altijd partnerpensioen uitgekeerd.
Let op
Waardeoverdracht
Als u van baan verandert en overstapt naar een andere pensioenuitvoerder, kunt u uw pensioen meenemen. Of dat verstandig is, hangt onder meer af van het partnerpensioen. Als dat bij uw oude pensioenuitvoerder was opgebouwd en bij uw nieuwe pensioenuitvoerder is verzekerd, kan dat een reden zijn om het pensioen bij uw oude pensioenuitvoerder te laten staan.
Uitruilen
Dat het verzekerde partnerpensioen vervalt zodra u uit dienst gaat, zal meestal niet de bedoeling zijn. Vaak kunt u het wegvallen van het partnerpensioen compenseren door een deel van uw eigen pensioen uit te ruilen voor partnerpensioen. Dan krijgt u zelf natuurlijk minder pensioen, maar zo blijft wel een partnerpensioen gehandhaafd. Wordt het partnerpensioen opgebouwd, dan zijn pensioenuitvoerders verplicht de mogelijkheid tot uitruilen aan te bieden. Is het partnerpensioen verzekerd op risicobasis, dan is die verplichting er niet.
Als het verzekerde partnerpensioen ophoudt te bestaan, kunt u een overlijdensrisicoverzekering (orv) afsluiten om het risico van overlijden af te dekken. Uw partner krijgt dan na uw overlijden een geldbedrag ineens. Nadeel is dat hiervoor meestal een medische keuring noodzakelijk is.
Let erop dat u een dergelijke polis op uw leven niet zelf afsluit, maar dat uw partner dat moet doen. Als u namelijk voor uw partner een orv afsluit op uw eigen leven, wordt de uitkering bij hem of haar belast met erfbelasting.
Uitruilen pensioen
Er kunnen meer overwegingen zijn om uw pensioen al dan niet uit te ruilen tegen partnerpensioen. Deze uitruil kan twee kanten op gaan: meer eigen pensioen en minder of geen partnerpensioen of omgekeerd, minder eigen pensioen en meer partnerpensioen. Wanneer heeft dat zin?
– Als u verwacht dat u (veel) langer gebruik maakt van de pensioenregeling, omdat u gezonder of (veel) jonger bent dan uw partner, kunt u overwegen uw eigen pensioen te verhogen ten koste van het partnerpensioen. U heeft dan wel de schriftelijke toestemming van uw partner nodig.
– Verwacht u dat uw partner langer gebruik zal maken van de pensioenregeling, dan kunt u uw eigen pensioen uitruilen voor meer partnerpensioen.
– Als u beiden een vergelijkbaar pensioen heeft en een vergelijkbare resterende levensverwachting kan het verstandig zijn beide pensioenen te verhogen en het partnerpensioen te verlagen.
Voor uitruil Na uitruil
Eigen pensioen € 10.000 € 8.600
Partnerpensioen 0 € 7.000
Scheiding
Een scheiding is nooit leuk en vaak ingewikkeld. De verdeling van de pensioenen is daarop geen uitzondering.
U heeft u in principe recht op de helft van het pensioen dat tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap door u beiden is opgebouwd. Maar u blijft ook recht hebben op het partnerpensioen voor zover dat is opgebouwd. Dat geldt zowel voor gehuwden en geregistreerd partners als voor samenwoners die bij de pensioenuitvoerder zijn aangemeld. Het verzekerd partnerpensioen vervalt als u gaat scheiden.
Wat betekent dit concreet?
Zodra uw ex-partner met pensioen gaat, krijgt u de helft van het pensioen dat was opgebouwd op het moment dat u uit elkaar ging. U krijgt deze helft zodra de partner die het pensioen heeft opgebouwd zelf met pensioen gaat. Of u zelf al dan niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, doet er niet toe.
Voorbeeld. In 2005 gingen u en uw ex-partner uit elkaar. Uw ex had op dat moment een pensioen opgebouwd van € 20.000 per jaar. Uw ex gaat in 2019 met pensioen en hij heeft dan een pensioen opgebouwd van € 32.000. Vanaf 2019 krijgt u jaarlijks € 10.000, ofwel de helft van het pensioen dat was opgebouwd toen u uit elkaar ging. Uw ex krijgt de resterende € 22.000 per jaar.
Als uw ex-partner overlijdt, stopt dit pensioen. Echter, vanaf dat moment krijgt u het zogenaamde bijzonder partnerpensioen, dat is het partnerpensioen dat was opgebouwd op het moment dat u uit elkaar ging. Als het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen was, krijgt u vanaf het overlijden van uw ex levenslang € 14.000 per jaar (70% van € 20.000).
Om in aanmerking te komen voor de helft van het tijdens uw relatie opgebouwde ouderdomspensioen en voor het bijzonder partnerpensioen moet u binnen 2 jaar na uw scheiding of het verbreken van uw relatie dit melden bij de pensioenuitvoerder(s) waar uw ex-partner pensioen heeft opgebouwd. Doet u dit niet, dan wordt het deel waar u recht op heeft uitgekeerd aan uw ex. U moet uw deel dan op hem of haar verhalen, wat natuurlijk vragen om problemen is.
Om niet langer afhankelijk te zijn van de pensioendatum én de overlijdensdatum van uw ex kunt u uw pensioenrechten ook omzetten in één uitkering die volledig afhankelijk is van uw eigen leeftijd en pensioendatum. Dan is de hoogte en duur van het pensioen uitsluitend afhankelijk van uw eigen pensioendatum en overlijden. Dit heet conversie.
Overigens is de claim op het pensioen van uw ex een recht en geen plicht. Dat betekent dat u bij een scheiding anders kunt overeenkomen. U kunt dan afzien van het recht op een deel van het (partner)pensioen in ruil voor een hogere alimentatie of een groter deel van het gezamenlijke spaargeld.
Kader
Anw
De Anw is eigenlijk het nabestaandenpensioen van de AOW. Het is dus een overheidspensioen. Elke Nederlander is automatisch verzekerd. De Anw werd in 1996 ingevoerd en verving toen de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de AWW.
De voorwaarden om zo’n uitkering te krijgen, zijn de afgelopen jaren flink versoberd. Alleen nabestaanden met een laag inkomen en met minderjarige kinderen, of arbeidsongeschikten, komen er nog voor in aanmerking. Het aantal Anw-uitkeringen daalde de afgelopen 20 jaar van 183.000 eind jaren negentig naar nog geen 34.000 vorig jaar.
Sommige pensioenfondsen hebben hun deelnemers gecompenseerd voor de strengere eisen met de zogeheten Anw-compensatie. Slechts een klein deel van de pensioenfondsen, waaronder Pfzw, heeft nog standaard een Anw-compensatie, die kan oplopen tot meer dan € 10.000 per jaar. Bij sommige pensioenuitvoerders kunt u zich bijverzekeren voor de Anw-compensatie.
Kader
Pensioenen gemaximeerd
Er mag geen pensioen worden opgebouwd over inkomen boven de € 105.075. Sinds 1 januari 2015 is de pensioenopbouw namelijk gemaximeerd. Dit betekent dat dan ook het partnerpensioen lager uitvalt. Pensioen en partnerpensioen dat vóór deze datum werd opgebouwd, blijft natuurlijk gewoon in stand.
Als u ook boven de € 105.075 pensioen of partnerpensioen wilt opbouwen, kan dat met het netto (partner)pensioen. De inleg is dan niet, zoals bij ‘gewoon’ pensioen, aftrekbaar. Maar u betaalt uiteraard ook geen inkomstenbelasting over de uitkeringen. Het opgebouwde tegoed telt niet mee voor de vermogensrendementsheffing (box 3). Verschillende pensioenuitvoerders bieden dit netto partnerpensioen aan.
Kader
Stappenplan
1. Ga na of het partnerpensioen voldoende is.
2. Is het partnerpensioen opgebouwd of verzekerd?
3. Kunt u zich bijverzekeren voor de Anw-compensatie?
4. Als het partnerpensioen onvoldoende is, kunt u en/of uw partner een overlijdensrisicoverzekering afsluiten op het leven van de ander.
5. Is uitruil van ouderdomspensioen voor partnerpensioen of omgekeerd in