Heeft uw stamrecht-bv minder in kas dan straks moet worden uitgekeerd, dan kunt u niet gewoon de uitkering verlagen. Ook de fiscus wil zijn deel.
Karel van der Geest* werkte als marketingmanager voor een multinational tot hij in 2008 vanwege een reorganisatie werd ontslagen. Hij kreeg een ontslagvergoeding van € 115.000, waarvoor hij een stamrecht-bv oprichtte. Tot 15 november vorig jaar kon een ontslagvergoeding belastingvrij in zo’n bv worden geparkeerd om het geld te zijner tijd uit te keren aan de eigenaar (directeur-grootaandeelhouder of dga). Deze uitkeringen zijn belast met inkomstenbelasting.
Al vanaf het eerste jaar maakt de bv van Van der Geest verlies. Tussen de schulden — voornamelijk toekomstige uitkerings- of stamrechtverplichtingen aan Van der Geest zelf ter waarde van bijna €137.000 — en de bezittingen van inmiddels €122.000 gaapt een kloof van € 15.000. Van der Geest wil best afzien van een deel van de uitkeringen, maar dat gaat niet zomaar. Als de belaste uitkeringen lager uitvallen dan bij de oprichting van de bv was voorzien, loopt de fiscus namelijk inkomsten mis.
Onder water
Veel stamrecht-bv’s staan momenteel ‘onder water’. Zolang de bv niet daadwerkelijk uitkeert, merkt de dga daar weinig van. Pas als de bv gaat uitkeren en er te weinig geld in kas is, komt de Belastingdienst om de hoek kijken. Die zal de dga voor maximaal € 18.000 aansprakelijk stellen voor het tekort. Tot 1 oktober 2012 moest de dga bij de oprichting van een bv namelijk minimaal € 18.000 aan startkapitaal inbrengen. In de praktijk was die storting van € 18.000 een wassen neus: het geld werd bij de oprichting gestort en een dag later weer weggehaald.
Maar ook als het geld niet langer in de bv zit, blijft de dga voor dat bedrag aansprakelijk. Dat blijkt als de bv onder water staat en gaat uitkeren: dan moet de dga het tekort uit eigen zak aanzuiveren. Dat is extra zuur, omdat hij die bijstorting niet voor de belasting kan aftrekken. Maar als hij dat geld vervolgens aan zichzelf uitkeert, wordt er wel belasting over geheven. Hij geeft een sigaar uit eigen doos, maar onderweg gaat de helft naar de fiscus.
En als het tekort groter is dan € 18.000? ‘Dan legt de fiscus zich erbij neer dat over het meerdere geen belasting kan worden geheven’, zegt Marius Winter, directeur van de Goudenhanddrukspecialist. Stamrecht-bv’s die na 1 oktober 2012 zijn opgericht en die onder water staan, hebben weinig te vrezen, omdat het startkapitaal — de maximale aansprakelijkheid — sindsdien is verlaagd van € 18.000 naar slechts € 1.
Als u een ‘oude’ stamrecht-bv heeft die onder water staat en als u wilt voorkomen dat over het startkapitaal dubbel belasting wordt betaald, heeft u de volgende opties.
1.
Verhoog de inkomsten
Veel stamrecht-bv’s hebben hun vermogen in spaargeld zitten. Dat levert momenteel bijna niets op. De verplichtingen nemen vaak veel sneller toe. Dat zit zo: De fiscus eist dat stamrecht-bv’s de uitkeringsverplichtingen elk jaar verhogen — oprenten in jargon — met een bij de oprichting vastgesteld percentage. Een eenmaal gekozen oprentingspercentage mag later niet worden bijgesteld. Veel bv’s hebben gekozen voor een oprentingspercentage dat bij de oprichting goed haalbaar leek — bij Van der Geest was dat 4% — maar dat inmiddels niet meer met sparen valt te behalen.
Door een deel van het vermogen te beleggen, kunt u proberen het rendement op te krikken. Maar dat is alleen een optie als u verstand van zaken heeft en als u de risico’s goed kunt inschatten.
‘Een zekerder manier om meer rendement te genereren, is als de dga een hypothecaire lening aan zichzelf uitgeeft’, zegt Hendrik Schakel, financieel planner bij Viisi. ‘Hij neemt dan (een deel van) de lopende hypotheek over door zijn eigen bv. Daarmee spreekt hij een marktconforme hypotheekrente af. Die is altijd hoger dan de huidige spaarrente.’ De rente mag u onder voorwaarden blijven aftrekken.
2.
Verlaag de uitgaven
De bv moet een jaarrekening opstellen en aangifte voor de vennootschapsbelasting doen. Dat is voor een leek ingewikkeld en kan leiden tot een boete als er fouten in staan. Daarom besteden de meeste dga’s de administratie uit. Daarnaast zijn er bankkosten- en beleggingskosten, en sommige dga’s betalen zelfs ‘kantoorkosten’, zoals een laptop, vanuit hun stamrecht-bv, zodat de kosten kunnen oplopen tot ver boven de € 1000. Hier valt flink te bezuinigen. Het uitbesteden van de administratie van een stamrecht-bv hoeft niet meer te kosten dan een paar honderd euro per jaar.
3.
Hef de bv op.
U kunt ook de bv dit jaar alles laten uitkeren en deze vervolgens opheffen. In 2014 mogen dga’s eenmalig alles laten uitkeren, terwijl slechts 80% van de uitkering wordt belast met inkomstenbelasting. Als een bv stamrechtverplichtingen heeft van € 100.000 terwijl er slechts € 90.000 in kas zit, hoeft de dga in 2014 maar over € 80.000 belasting te betalen. Hij is dan uit de gevarenzone en hoeft niet bij te storten tot € 100.000; na 2014 moet hij wel maximaal zijn hele startkapitaal bijstorten als hij gaat uitkeren.
Niet alle bv’s die onder water staan zullen hiermee wegkomen. Winter: ‘Sommige bv’s hebben geld uitgeleend onder voorwaarden waarmee een buitenstaander, zoals een bank, nooit akkoord zou gaan. Voorbeelden zijn het uitlenen van geld aan de dga of aan derden tegen een te lage rente.’ Dan kunt u maar beter een goede fiscalist in de arm nemen. In het ergste geval ziet de fiscus dit als een onzakelijke handeling en worden alle uitkeringsverplichtingen ineens belast tegen 72%: 52% inkomstenbelasting plus een revisierente (een soort boeterente) van 20%.
* Om privacyredenen is de naam van Karel van der Geest gefingeerd
Dit artikel van Paul van der Kwast verscheen eerder in het Financieele Dagblad van 7 juni 2014.