Wie een lijfrente gedurende vijf jaar laat uitkeren door een verzekeraar krijgt in 93 procent van de gevallen minder terug dan de inleg. Dat blijkt uit onderzoek door MoneyWise.
FD 13 november 2015
Wie een lijfrente gedurende vijf jaar laat uitkeren door een verzekeraar, krijgt in 93% van de onderzochte gevallen minder terug dan de inleg. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van vergelijkingssite MoneyWise, dat de bancaire en verzekerde lijfrentes van alle grote aanbieders naast elkaar zet.
Ook bij het uitkeren van een lijfrente met een looptijd van tien jaar levert, krijgt de polishouders bijna altijd minder terug van een verzekeraar dan hij heeft ingelegd. Pas bij een uitkeringsduur van twintig jaar of langer betalen verzekeraars altijd meer uit dan er is ingelegd.
Kortdurende lijfrentes toch populair
Van € 50.000 lijfrentekapitaal dat wordt omgezet in lijfrente-uitkeringen gedurende vijf jaar keert Nationale-Nederlanden opgeteld € 48.887 uit, volgens het onderzoek. De hoogste uitkering komt van Aegon, dat € 49.890 uitkeert — nog altijd onder de inleg.
Bij een bancaire lijfrente krijgt de rekeninghouder wel altijd meer dan de inleg uitgekeerd. ASR Bank (de meeste verzekeraars hebben een bankenpoot) heeft de hoogste uitkering: €51.788. Opvallend is dat de Nationale-Nederlanden Bank meer uitkeert dan de verzekeringspoot: €51.660.
Ondanks het negatieve rendement zijn kortdurende lijfrentes populair. ‘Driekwart van de lijfrentes die bij MoneyWise worden afgesloten, heeft een looptijd van tien jaar of korter’, zegt directeur Jeroen Wolfsen.
Hoge poliskosten
Ook bij lange looptijden zijn de verschillen groot. Een levenslange lijfrente — per definitie bij een verzekeraar — levert bij Nationale-Nederlanden €55.782 op. Een bancaire lijfrente van de Rabobank met een looptijd van dertig jaar betaalt €69.948. Wie vanaf zijn 65ste door Nationale-Nederlanden laat uitkeren moet bijna 103 worden om meer te krijgen dan bij de Rabobank.
Dat verzekeraars veel slechter scoren dan banken komt onder meer door de hoge poliskosten. Die lopen uiteen van €592 euro bij Reaal tot €1.799 bij Nationale-Nederlanden. Banken brengen soms alleen €1 tot €2,50 voor elke uitkering in rekening.
‘Dat een verzekerde lijfrente minder oplevert dan een bancaire komt onder meer doordat een verzekeraar kosten maakt voor het opstellen van een polis en doordat verzekeraars een andere rekenrente moeten hanteren’, zegt Christoph Linke, woordvoerder van Aegon.
Overstappen mag
Dat veel mensen toch kiezen voor een verzekerde lijfrente, komt volgens Jeroen Wolfsen van MoneyWise doordat niet alle polishouders weten dat zij mogen shoppen op het moment dat zij willen laten uitkeren en dat een bij een verzekeraar opgebouwd lijfrentekapitaal in de meeste gevallen mag worden omgezet in een bancaire lijfrente.
Ook hebben veel polishouders een oude lijfrente met een gunstig fiscaal regime. Dat belastingvoordeel verdwijnt als zij hun polis omzetten in een bancaire lijfrente. De belastingvoordelen zijn vaak zo groot, dat zij een lagere uitkering voor lief nemen.