Komt uw lijfrente binnenkort vrij? Door goed uw huiswerk te doen, kunt u misschien geld besparen.
Komt uw lijfrente binnenkort vrij? Door goed uw huiswerk te doen, kunt u misschien geld besparen. Kees Mulder* volgt de dalende rente met argusogen. Hij heeft een lijfrente opgebouwd die hij uiterlijk eind volgend jaar moet omzetten in een reeks uitkeringen als aanvulling op zijn pensioen. De hoogte van de uitkeringen is onder meer afhankelijk van de rente. Hoe lager de rente, des te lager zijn pensioen. Als de uitkeringen een keer zijn ingegaan, ligt de hoogte daarvan gedurende de hele looptijd vast. Ook als de rente weer een keer gaat stijgen. Mulder heeft echter geen keus: als hij niet voor eind 2017 zijn lijfrente laat uitkeren, moet hij over het hele saldo 52 procent belasting betalen plus 20 procent revisierente (een soort belastingboete). Dan gaat van zijn pensioenpot 72 procent naar de Belastingdienst.
Een lijfrente is een complex financieel product waarmee u pensioen opbouwt. Tijdens uw werkende leven betaalt u premie waarmee lijfrentekapitaal wordt opgebouwd. Dat kan op een spaarrekening, maar u kunt de inleg ook beleggen. Als u met pensioen gaat, moet met het geld een reeks uitkeringen worden aangekocht. Zowel in de opbouw- als in de afbouwfase gelden strenge fiscale eisen. Houdt u zich daar niet precies aan, dan dreigt altijd de sanctie van 72 procent.
Tot 2008 kon u alleen een lijfrente afsluiten bij een verzekeraar, maar sinds dat jaar mogen ook banken lijfrentes aanbieden. Wat lang niet iedere polishouder weet, is dat een lijfrentepolis – bij een verzekeraar – mag worden omgezet in een lijfrenterekening of bancaire lijfrente – bij een bank. Omgekeerd mag ook, maar dat gebeurt vrijwel nooit, want een lijfrenterekening levert bijna altijd meer pensioen op. Een ander nadeel van een lijfrentepolis is dat deze na het overlijden van de polishouder ophoudt te bestaan. De nabestaanden krijgen – tenzij er een aanvullende verzekering is afgesloten – niets. Bij een lijfrenterekening gaan de resterende uitkeringen naar de erfgenamen. Wel is een lijfrente bij een verzekeraar in sommige gevallen – als het om ‘oud regime’ polissen gaat – flexibeler dan bij een bank (zie kader).
De meeste polishouders krijgen een paar maanden voor hun 65ste verjaardag een brief van hun verzekeraar. Daarin doet deze een offerte om de lijfrente om te zetten in een reeks uitkeringen.
U bent niet verplicht daarop in te gaan. Sterker, meestal loont het om te ‘shoppen’ met uw lijfrentetegoed om uit te zoeken of andere aanbieders een beter aanbod hebben. Dat kan bij een tussenpersoon, een vergelijkingssite of bij de aanbieders zelf.
Hoewel lijfrentepolissen een vaste einddatum hebben (lijfrenterekeningen hebben dat niet), is het niet verplicht om de uitkeringen te laten ingaan zodra de polis afloopt. Ook hoeft u niet op uw 65ste of op uw AOW-datum te beginnen met uitkeren, want u mag de uitkeringen uitstellen tot vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd. Als u begin 2017 voor het eerst AOW krijgt, moeten de uitkeringen uiterlijk eind 2022 ingaan. Sommige polissen die zijn afgesloten voor 1992 (zogeheten oud regime-polissen) mogen nog later ingaan.
‘Wij zien de laatste tijd dat veel lijfrentes worden uitgesteld tot na de AOW-leeftijd’, zegt Jeroen Wolfsen van MoneyWise, een vergelijkingssite voor lijfrentes. ‘Je kunt dan namelijk belastingvoordeel behalen. De belastingtarieven over de eerste twee belastingschijven (tot bijna € 34.000, PvdK) zijn voor mensen die AOW krijgen veel lager dan voor anderen. Als je het geld niet meteen nodig hebt, is het daarom voordeliger om te wachten met uitkeren tot na de AOW-leeftijd. Je kunt het geld dan wel alvast op een uitkeerrekening zetten, maar stelt de eerste uitkering nog een paar maanden uit.’
Een andere reden waarom veel mensen nog even wachten met uitkeren, is de genoemde lage rente. ‘Veel gepensioneerden maken nu even pas op de plaats en wachten met het omzetten van hun lijfrente tot de rente weer gaat stijgen’, zegt Ferdinand van der Boog. Hij is mede-oprichter van 123lijfrente.nl, een andere vergelijkingssite voor lijfrentes. Een verschil van een paar procent lijkt weinig, maar op lange termijn kan het veel uitmaken. Wie nu een lijfrentekapitaal van € 100.000 omzet in uitkeringen gedurende 10 jaar, ontvangt met een rente van 1,5 procent ongeveer € 10.800 per jaar. Bij een rente van 4,0 procent krijgt u € 12.300 per jaar. Op de hele looptijd scheelt dat maar liefst € 15.000, ofwel 15 procent van de pensioenpot.
Een gevolg van de lage rente is volgens Van der Boog een toegenomen vraag naar lijfrentes die het geld niet op basis van de spaarrente uitkeren, maar op basis van beleggingen. De hoogte van de uitkeringen hangt dan af van de beleggingsresultaten. Op zijn website staan nu drie aanbieders.
Vooralsnog is dit een niche. De grote banken en verzekeraars houden het bij een rentedragende lijfrente. Dat biedt in elk geval zekerheid. Maar van het ooit – toen de rente veel hoger stond – beloofde pensioen zal weinig terecht komen.
* Niet zijn echte naam.
Kaders:
Saldoverklaring
De premie die in de opbouwfase is betaald, is in principe aftrekbaar van uw inkomen. De uitkeringen worden daarom belast met inkomstenbelasting. Veel polis- en rekeninghouders hebben de premie niet of niet helemaal kunnen aftrekken, of zijn dit vergeten. Met een saldoverklaring voorkomt u dat belasting wordt geheven over de niet-afgetrokken premies. U vraagt zo’n verklaring schriftelijk aan bij de Belastingdienst en stuurt die door naar de uitkerende bank of verzekeraar. U moet wel op basis van afschriften en belastingaangiftes kunnen aantonen dat u de betaalde premies inderdaad niet heeft afgetrokken.
Nieuw versus oud
– Oud. Lijfrentepolissen die voor 1992 (koopsompolis) of voor 16 oktober 1990 (premiebetalende polis) zijn afgesloten en waaraan sindsdien niets meer is veranderd, heten ‘oud regime’-polissen. Dit zijn flexibele producten: de ingangsdatum en de looptijd zijn bijna helemaal vrij te bepalen.
– Nieuw. Alle andere lijfrentes vallen onder ‘nieuw regime’. Hiervoor gelden meer stringente eisen. De uitkeringen moeten minimaal 5 jaar lopen en nog langer als deze meer dan € 21.000 per jaar bedragen. De ingangsdatum is in principe de AOW-leeftijd.
Verwarrende begrippen
– Een lijfrentepolis of een verzekerde lijfrente is een lijfrente bij een verzekeraar.
– Een lijfrente bij een bank heet ook wel lijfrente-, pensioen- of bankspaarrekening of een bancaire lijfrente.
– Om bancaire lijfrentes te kunnen verkopen, hebben de meeste verzekeraars een eigen bank, zoals Aegon Bank of Ohra Bank.